De STEP visie op de tenniselleboog werd wetenschappelijk al bevestigd door Goldie in 1964 en recentelijk nog eens door Bunata.
Het is bekend uit de klinische praktijk dat bij een tenniselleboog het knijpen in extensie van de elleboog pijnlijker is dan het knijpen in flexie van de elleboog. De verklaring hiervoor wordt of niet gegeven (1,2) of is onduidelijk en onlogisch (3,4). Wij gaven in 1992 in het artikel Epicondylitis een FrictieSyndroom (EFS) een logische verklaring voor juist de pijn in extensie (5).
Als de onderarm namelijk van flexie naar extensie wordt bewogen terwijl je een vuist maakt, loopt het proximale deel van de Extensor Carpi Radialis brevis (ECRB) onder spanning tegen het capitulum op naar de epicondyl.
Dit leidt tot extra spanning in en druk onder de pees en als
dit herhaaldelijk gebeurd kan ontsteking van het subtendineuze weefsel ontstaan.
Bunata
De visie van STEP werd bevestigd in het Journal voor Bone and Joint Surgerey door Bunata (6) met uitvoerig en zeer consciëntieus anatomisch onderzoek naar het functioneren van de pees van de ECRB bij het van flexie naar extensie bewegen terwijl de pees gespannen is (afb. 2). Zie ook de site epicondylitis.nl met meer info hierover en hulpmiddelen om herstel te bevorderen.
Goldie
Goldie (7) beschreef in 1964 al ontstekingsweefsel onder de pees van de ECRB.
Hij onderzocht 58 tennisellebogen zeer uitvoerig en het enige wat hij vond was ontstekingsweefsel onder de pees van de ECRB. Hij gaf geen verklaring voor de aanwezigheid van dit ontstoken weefsel.
Wel onderschreef hij in een briefwisseling (8) onze geopperde frictietheorie, die wij o.a. met afb. 1 en 3 illustreerden. In afb. 3 wordt de vergelijking tussen het EFS en het TIFS (Tractus Iliotibialis
FrictieSyndroom) gemaakt.
Lees meer en literatuur
STEP visie op epicondylitis, literatuur